Stichting en installaties
Het boezemgemaal Spaarndam is in 1844 gebouwd in opdracht van de Commissie van Beheer en Toezicht over de Droogmaking van het Haarlemmermeer. De door de voorgenomen droogmaking teloorgaande waterberging diende gecompenseerd te worden door extra bemalingcapaciteit. Oorspronkelijk was het gemaal uitgerust met een installatie bestaande uit een 220 pk Dixon & Co tweeling horizontale stoommachine met vier Lancashire ketels, waarmee houten schepraderen werden aangedreven. In 1876 werd de installatie vervangen door twee 280 pk sterke horizontale stoommachines van het fabrikaat Gute Hoffnungshûtte. De schepraderen, verlengd in 1885, werden in 1890 vervangen door ijzeren raderen met houten schoepen. In 1910 werden de ketels vervangen door nieuwe exemplaren van hetzelfde type.
In 1936 is het gemaal ontstoomd en werden twee Werkspoor dieselmotoren van 240 pk geplaatst. In 1992 is het gehele gemaal gerenoveerd en werden de motoren vervangen door Mirlees-Blackstone 6- en 8-cilinder dieselmotoren met een vermogen van resp. 300 en 400 pk. De dieselmotoren werden elk via een tandwielkast gekoppeld aan een regelbare hydraulische pomp. Deze pompen voedden via een leidingsysteem twee hydraulische motoren, welke vervolgens op hun beurt de mechanisch aan de tandwielkast gekoppelde schepraderen aandrijven. De grootste motor had voldoende vermogen om beide schepradblokken aan te drijven. De tweede motor fungeerde als reserve of werd ingezet als er weinig water uitgeslagen moest worden.
In 2016-2017 zijn de dieselmotoren vervangen door twee Siemens elektromotoren met een vermogen van 250 kW. Deze zijn door middel van haakse tandwielkasten gekoppeld aan de schepraderen; elke motor is verantwoordelijk voor de aandrijving van één schepradblok. De diameter van de schepraderen bedraagt 5,70 m., de totale lengte aan schepraderen is circa 24,0 m. De totale capaciteit van het gemaal bedraagt 1890 m3/min. bij een opvoerhoogte van 0,60 m.
Situatie en ensemble
Het boezemgemaal Spaarndam bemaalt samen met de gemalen Halfweg, Katwijk en Pijnacker Hordijk de boezem van Rijnland. De toevoer vindt plaats via de Ringvaart van de Haarlemmermeer polder, het Spaarne en de Mooie Nel. Lozing vindt plaats, via Zijkanaal C, op het Noordzeekanaal. Tot het complex behoren een tweetal voormalige dienstwoningen, voorzieningen voor de opslag van brandstof en een (hulp)vijzelgemaal met een capaciteit van 300 m3/min.
Gebouw
Het gebouw is een samenstelling van een aantal één-laagse bouwmassa’s met zadeldaken op een T-vormige plattegrond. Het gehele complex staat in het water. De hoofdas (in de stroomrichting) wordt gevormd door twee bouwmassa’s: het voormalige ketelhuis en de machinekamer. Haaks op de machinekamer bevinden zich aan beide zijden de gebouwen waarin de schepraderen zijn ondergebracht. Alle bouwdelen zijn opgetrokken met in kruisverband gemetselde roodbruine baksteen op een gestukadoorde plint. In de gevels zijn rondboogvensters geplaatst. De van oorsprong stalen ramen zijn thans van aluminium. De schoorsteen is niet meer aanwezig.
Waardestelling
Het boezemgemaal Spaarndam is van belang voor de bemalingsgeschiedenis van Nederland als voorbeeld van een boezemgemaal met een door modernisering ontstane samenstelling van door elektromotoren aangedreven schepraderen. De waarde van het geheel wordt verhoogd door de aanwezige dienstwoningen en overige aan het bemalingsbedrijf gerelateerde bebouwingen en zichtbare installaties.
Uitgebreid zoeken in de database