Stichting en installaties
De stichting van het gemaal Halfweg was een direct gevolg van de drooglegging van het Haarlemmermeer: de hierdoor verloren gaande waterberging, bijna 80% van Rijnlands Boezem, moest gecompenseerd worden door bemalingscapaciteit. Na de bouw van het gemaal te Spaarndam werd, op kosten van het Rijk, door het Hoogheemraadschap van Rijnland een tweede gemaal te Halfweg gebouwd. Aanvankelijk was het gemaal uitgerust met twee maal drie schepraderen met een totale breedte van 12,00 m, aangedreven door een kleppenstoommachine. In 1888 vond modernisering van de installatie plaats. De schepraderen werden vergroot tot de huidige diameter van 7,50 m. Tevens werden twee nieuwe ketels en stoommachines geplaatst in een nieuw, ernaast gebouwd ketelhuis met schoorsteen. Deze stoominstallatie werd in 1923 vervangen door de thans nog aanwezige installatie. Deze bestaat uit twee Stork waterpijpketels type Babcock & Wilcox en één Stork horizontale gelijkstroomstoommachine type SSK met een vermogen van 500 pk. Deze machines gaven het gemaal een capaciteit van 1500 m3/min. bij een opvoerhoogte van 0,60 m. Ze zijn tot 1977, toen het nieuwe diesel vijzelgemaal Halfweg in gebruik werd genomen, in bedrijf geweest. In 1985 heeft het hoogheemraadschap voor een symbolisch bedrag het gemaal afgestaan aan de Stichting Vrienden van het Stoomgemaal Halfweg. In 1987 was de officiële opening van het dan museumstoomgemaal. In 1991 en 1992 volgden daarna de restauratie van gebouw en machines.
Situatie en ensemble
Samen met de gemalen in Spaarndam, Katwijk en Gouda bemaalde het gemaal de Boezem van Rijnland. De watertoevoer vond plaats via de Ringvaart van de Haarlemmermeer polder. Lozing vond plaats in een voorboezem, welke via een sluis vrij op Zijkanaal F van het Noordzee kanaal afwaterde. Tot het ensemble behoren een zevental voormalige dienstwoningen en een sluis. Op de plaats van de vroegere sluis in de voorboezem bevindt zich thans een verkeersbrug. Door het verwijderen van de waterkering tussen de Ringvaart en de voorboezem is het gemaal thans niet meer functioneel inzetbaar.
Gebouw
Het gebouw is in één bouwlaag opgetrokken op een T-vormige plattegrond en bestaat uit een centrale middenbouw en twee vleugels waarin zich de schepraderen bevinden. Deze bouwdelen zijn in neo- romaanse stijl opgetrokken met in kruisverband gemetselde roodbruine baksteen en afgedekt met een schilddak. Het later bijgebouwde rechthoekige ketelhuis bestaat uit een ruimte met een overstekend verhoogd zadeldak. Beide daken zijn voorzien van blauw gesmoorde Oudhollandse pannen. De gevels zijn voorzien van rondboog vensters. Het ketelhuis is via een in hout uitgevoerd verbindingslid annex gang met de middenbouw verbonden.
Waardestelling
Het stoomgemaal Halfweg is voor de bemalingsgeschiedenis van Nederland van belang als enig in werkende staat overgebleven voorbeeld van een boezemgemaal met door stoom aangedreven schepraderen. De gedurende zijn gebruiksperiode sterk gewijzigde installatie geeft een goed beeld van stoomaandrijving in de laatste jaren van zijn toepassing.
Uitgebreid zoeken in de database