Het oorspronkelijk in 1879 als stoomgemaal gebouwde gemaal Limmen hield de Groot Limmer Polder droog en is tot 1989 in functie geweest. Op deze plaats stond voordien de Zuidermolen. Bij de bouw van het gemaal werd gebruik gemaakt van de bestaande vijzelkom met de houten vijzel en van de waterlopen van de molen. De oorspronkelijk houten vijzel is in 1882 vervangen door een stalen vijzel van IJzergieterij “De Prins van Oranje” uit ‘s-Gravenhage met een doorsnede van 2,55 m. en een capaciteit van circa 180 m3/min. In 1919 is de 40 pk. sterke stoommachine vervangen door een elektromotor fabrikaat Brown Boveri met een vermogen van 60 kW. In verband met het toerental verschil tussen de stoommachine en de elektromotor is de overbrenging toen aangepast met behulp van twee grote schijfwielen en aandrijfriemen. De aandrijving van de vijzel vindt plaats door schuine tandwielen met oorspronkelijk azijnhouten tanden. In 1943 zijn deze tanden vervangen door tanden van berkenhout. Om terugstromen van water uit het toenmalige Lange Meer, thans Alkmaardermeer, te voorkomen is er een zogenoemde wachtdeur achter de vijzel geplaatst. Het voor die tijd monumentale gebouw is opgezet in neoclassicistische stijl en heeft een in siermetselwerk uitgevoerde voorgevel. Bij het gemaal stond een gemetselde schoorsteen die in 1919, nadat de stoominstallatie was verwijderd, is afgebroken. De voormalige ketelruimte is thans in gebruik als expositieruimte. Sinds 1989 staat naast het gemaal een automatisch werkend vijzelgemaal met een capaciteit van 90 m3/min.