De oorspronkelijke afwatering van de boezem Oldambt op de Eems vond plaats via een tweetal uitwateringssluizen in Termunterzijl, de Oude Termunterzijl uit 1725, in beheer bij het toenmalige waterschap Termunterzijlvest dat in 1865 opging in het waterschap Oldambt, en de Nieuwe Termunterzijl gebouwd in 1870. In 1929 besloot het waterschap Oldambt tot de bouw van een zeegemaal, dat bij de ingebruikstelling in 1930 de naam Cremer kreeg naar de twee bouwkundigen B. en P.G. Cremer als erkenning voor de aan het waterschap bewezen diensten. In de voorgevel van het gemaal bevindt zich het wapen van het Oldambt: de vroegere kerk van Midwolda met haar vier torens. Oorspronkelijk was het gemaal uitgerust met twee horizontale door dieselmotoren aangedreven schroefpompen, fabrikaat Stork Werkspoor. In 1958 werd het gemaal uitgebreid met een derde, eveneens diesel aangedreven, horizontale schroefpomp fabrikaat Stork Werkspoor. De totale capaciteit van het gemaal kwam daarmee op 1500 m3/min. bij een maximale opvoerhoogte van 2,50 m. In de loop van de tijd heeft het gemaal een opeenvolging van dieselmotoren gekend die voor de aandrijving van de pompen zorgden. Het huidige motorenpark bestaat uit een Brons motor type 6GV uit 1972 met een vermogen van 600 pk die een pomp uit 1930 aandrijft, en een Werkspoor motor type TMA 278 uit 1956 met een vermogen van 750 pk. Deze motor drijft de laatst geplaatste pomp uit 1956 aan. Deze beide installaties zijn nog operationeel. Verder is nog een Samofa 2S-108 dieselmotor uit 1958 aanwezig. In 2000 heeft het nabij gebouwde gemaal Rozema de bemalingstaak overgenomen van gemaal Cremer, dat in 2002 geheel is gerestaureerd en een museale bestemming heeft gekregen.
Uitgebreid zoeken in de database