Stichting en installaties
Het ir. D.F. Wouda gemaal is gebouwd in opdracht van de Provinciale Staten van Friesland en werd in 1920, na een bouwperiode van vijf jaar, in gebruik genomen. Het is sinds 1947 genoemd naar zijn architect, Dirk Frederik Wouda, destijds hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat van Friesland. Het gemaal is uitgerust met acht centrifugaalpompen, fabrikaat Jaffa, elk met een capaciteit van 500 m3/min., bij een opvoerhoogte van 1,0 m. De energievoorziening vond aanvankelijk plaats door zes zogeheten Piedboef ketels met Lancashire onderketels en vlampijp bovenketels. In 1955 werden deze ketels vervangen door de vier thans nog aanwezige Werkspoor ketels. In 1967 zijn deze ketels omgebouwd voor oliestook. De aandrijving van de pompen vindt plaats met vier tandemcompound stoommachines van de NV Machinefabriek Jaffa v/h Louis Smulders & Co., welke een gezamenlijk vermogen hebben van 2520 pk. Voor het evacueren van de boven het binnenwaterniveau opgestelde pompen is een vacuüminstallatie met twee stoom-ejecteurs opgesteld.
Situatie en ensemble
Het gemaal is gelegen even ten westen van Lemmer aan het Stroomkanaal dat in verbinding staat met de Groote Brekken en het Koevordermeer en bemaalt de 15.000 ha. grote Friese Boezem. Tot in 1966 het Hoogland gemaal bij Stavoren in gebruik kwam, vormde het Wouda gemaal de enige boezembemaling van Friesland. Thans wordt het gemaal met enige regelmaat ingezet voor het wegwerken van hoogwater pieken op de Friese Boezem. Lozing vindt plaats op het IJsselmeer. In de uitstroomkokers zijn houten vloeddeuren geplaatst. De oorspronkelijke kolenopslag is nog aanwezig evenals enkele voormalige dienstwoningen.
Gebouw
De onderbouw, waarin zich de zuig- en perskanalen van de pompen bevinden, bestaat tot maaiveldniveau uit gewapend beton. Hierop rusten de machinehal en het haaks hierop staande ketelhuis met de meer dan 60 meter hoge schoorsteen. Deze beide bouwdelen zijn opgezet als één ruimte met een rechthoekige plattegrond en een hellend dak. De constructie bestaat uit stalen spanten en dragend metselwerk van in kruisverband gemetselde roodbruine baksteen. De lange gevels van de machinehal hebben een statige klassieke indeling met topgevels en hoge verticale vensters in stalen kozijnen en eindigen in een gemetselde goot. De binnenwanden zijn fraai betegeld. Het ketelhuis is meer gesloten van karakter met kleinere en hoger geplaatste vensters. De daken zijn belegd met blauw gesmoorde Oudhollandse pannen. De kap van het ketelhuis is in het midden verhoogd door een rookkap met lichttoetreding. Het monumentale complex heeft een sobere en functionele opzet en straalt grote degelijkheid uit.
Waardestelling
Het ir. Wouda gemaal is voor de bemalingsgeschiedenis van Nederland van grote betekenis als gaaf bewaard voorbeeld van een groot boezemgemaal met door stoom aangedreven centrifugaalpompen uit de laatste fase van de stoombemaling. Daarnaast is het in zijn soort het grootste nog werkende stoomgemaal van de wereld. De markante ligging in een nog nagenoeg oorspronkelijke situering met dienstwoningen en een kolenloods dragen aan de waardestelling bij.
Uitgebreid zoeken in de database