In 1866 werden plannen gemaakt om enkele veenplassen ten noorden van Oudehaske in de Haskerveenpolder droog te maken. Nadat de benodigde financien waren verzameld, werd in 1875 met de droogmaking aangevangen. Deze vond plaats met behulp van een stoomgemaal nabij Oudehaske, dat eveneens in 1875 werd gesticht. Het gemaal was uitgerust met een 21 pk sterke stoommachine van Nering Bogell uit Deventer en had een bijzondere opzet, waarbij de machinekamer, ketelhuis en het woonhuis van de machinist onder één dak waren ondergebracht, waardoor het gebouw uiterlijk nauwelijks van een boerderij te onderscheiden was.
Diverse ingelanden maakten voorafgaande aan de droogmaking al bezwaar tegen de plannen, omdat zij vreesden voor wateroverlast in hun veenderijen. Het water uit de droogmakerij werd door het gemaal namelijk in de polder zelf geloosd en moest van daaruit met de drie bestaande molens naar de boezem afgevoerd worden. Nadat de droogmakerij gereed kwam bleek hun vrees gegrond. Het polderbestuur kon daardoor niet anders dan overgaan tot de bouw van een tweede stoomgemaal, dat geplaatst werd bij De Welle en dat het water van de droogmakerij direct loosde op de Friese Boezem.
Na de stichtig van het nieuwe dieselgemaal Flueskamp bij Haskerhorne werd het oude stoomgemaal buiten werking gesteld. Het werd verkocht en in gebruik genomen als boerderij. Naast het oude gemaal werd toen wel een schutsluis aangelegd. Omstreeks 1970 werden de sluis en het oude gemaal gesloopt in het kader van de ruilverkaveling.
Uitgebreid zoeken in de database