De onder Rijswijk gelegen Plaspoelpolder werd oorspronkelijk bemalen door een poldermolen met een scheprad die uitsloeg op de Spieringswatering. De molen heeft dienst gedaan tot 1899, in welk jaar hij gedeeltelijk werd afgebroken. Het restant bleef als woning in gebruik. In 1873-1874 werd als aanvullende bemaling een stoomgemaal (naar ontwerp van P.A.Korevaar) gesticht, dat op de Delftse Vliet loosde. De installatie bestond uit een ijzeren scheprad, met een doorsnede van 5,00 m en een breedte van 0,92m., aangedreven door een stoommachine met een vermogen van 25 pk.
In 1925 werd het gemaal ingrijpend gemoderniseerd: het scheprad werd vervangen door een centrifugaalpomp, fabrikaat Jaffa, met een capaciteit van 67 m3/min. Bij een opvoerhoogte van circa 2,00 m. De stoomaandrijving werd vervangen door een langzaam lopende horizontale 1- cylinder dieselmotor, fabrikaat Crossley, met een vermogen van 48 pk. Sinds 1930 is de bemaling van de Plaspoelpolder en de Schaapweipolder samengevoegd, het totale te bemalen oppervlak bedraagt dan circa 755 hectare. In 1989 werd de dieselmotor afgekoppeld en een ABB elektromotor met een vermogen van 37 kW. Geplaatst. Gelijktijdig werd de bedrijfsvoering van het gemaal geautomatiseerd.
De dieselmotor, waarmee nog regelmatig wordt proefgedraaid, kan zonodig weer direct aangekoppeld en in bedrijf gesteld worden. In 1996 heeft het hoogheemraadschap een nieuw hoofdlager in de dieselmotor laten aanbrengen. De in het gemaal aanwezige dienstwoning is nog steeds in gebruik. Een nagenoeg identiek gemaal bevindt zich in Voorburg: het gemaal van de Veen- en Binckhorstpolder.
Uitgebreid zoeken in de database