De polder De Nesse werd tot 1739 drooggehouden met behulp van een uit 1411 daterende wipmolen. Daarna werd een tweede wipmolen in gebruik genomen en was er sprake van een tweetrapsbemaling. De tweede molen is in 1854 afgebrand en vervangen door een achtkantige grondzeiler, die na de stichting van het stoomgemaal De Nesse in 1884 werd afgebroken. Het door de civiel ingenieur L. Exalto ontworpen stoomgemaal werkte met een centrifugaalpomp van het Engelse Gwynne & Co, type  B7 1/2. In 1924 werd de stoomaandrijving vervangen door een ruwoliemotor; die in 1947 op zijn beurt werd vervangen door een 48 kW sterke EMF Dordt elektromotor, type R7A 650/12. Het gemaal had daarmee een capaciteit van 40 m3 per minuut.
In 2013-2014 werd het stoomgemaal vervangen door een nieuw, gelijknamig gemaal dat vlak naast het oude gemaal verrees. De schakelkasten voor het nieuwe gemaal vonden onderdak in het oude gemaal. De uitstroom van het oude gemaal naar de Hollandsche IJssel werd gedicht, zodat het gemaal thasn geen water meer kan verplaatsen. Op dit moment is niet duidelijk wat er bij de aanpassingen met de oude installatie gebeurd is.