Stichting en installatie
Het boezemgemaal Rozema is gesticht door het toenmalige Waterschap Eemszijlvest en in 2000 in gebruik genomen. Het gemaal is genoemd naar Harry Rozema, oud- waterbouwkundige van het waterschap.Het gemaal vervangt het nabij gelegen gemaal Cremer, dat door zijn leeftijd en locatie en de in verband met de door aardgaswinning veroorzaakte bodemdaling niet meer voor zijn (toekomstige) taak berekend was. De installatie bestaat uit vier schroefcentrifugaalpompen met betonnen slakkenhuizen, fabrikaat Stork, type BSV 250 - I (3 st.) en een BSV 280 – I, met een capaciteit van 650 m3/min. respectievelijk 750 m3/min. bij een opvoerhoogte van 4,50 m. De aandrijving vindt plaats, via haakse tandwielkasten, door vier Caterpillar aardgasmotoren met een vermogen van 935 pk. De grote pomp wordt tevens, via een bypass in het gemaal, gebruikt voor de doorspoeling en tegen het dichtslibben van de haven en de sluis van Termunterzijl. 80% van de kosten van het gemaal zijn gefinancierd uit het in 1984 in het leven geroepen zogenoemde bodemdalingsfonds.
Situatie en ensemble
Het gemaal Rozema bemaalt de Oldambtboezem en bij hoge buitenwaterstanden in combinatie met groot wateraanbod tevens de Eemskanaal-Dollardboezem. Hiertoe is een verbindingskanaal met een sluis en een stuw/stroomkokers gemaakt tussen het Oosterhornkanaal (Eemskanaal-Dollardboezem) en het Termunterzijldiep. De in de stroomkokers aanwezige schuiven worden vanuit het gemaal bediend. Lozing vindt, via perskokers door de zeedijk, plaats op de Eems. Het gemaal is uitgerust met een vispassage welke de visintrek vanuit de Waddenzee, welke vroeger tijdens de vrije lozing mogelijk was, veilig stelt. Vrije lozing vond vroeger plaats door een zeesluis uit 1970, een schutsluis uit 1871 en een achttiende-eeuwse keersluis, die allen bewaard zijn gebleven. Het gemaal Cremer is inmiddels ingericht als museumgemaal.
Gebouw
De onderbouw van het gemaal bestaat uit een gewapend betonconstructie. Hierin zijn de instromingen naar de pompen, de pompslakkenhuizen, de perskokers, de vispassage, de bypasskoker en de pompenkelder annex schuivenkelder opgenomen. De hierop rustende bovenbouw heeft een rechthoekige plattegrond en is opgedeeld in vier qua uiterlijk identieke bouwmassa’s, die door smalle glazen tussenleden zijn verbonden. Deze vier bouwmassa’s bevatten, in één bouwlaag, de machinehal met de pompaandrijvingen c.a. en in twee bouwlagen diverse dienst- bedienings- en controleruimten. Zij hebben het karakter van hoge pakhuizen. Hierdoor ontstaat een enigszins historisch beeld in een moderne uitwerking. De draagconstructie bestaat uit een betonskelet. De gevels zijn opgebouwd met verlijmde rode Groningse baksteen. De gevels aan de in- en de uitstroomzijde zijn uitgevoerd als topgevels met grote hoog geplaatste stalen glaspuien. De gebouwen zijn voorzien van met rode pannen gedekte zadeldaken, die in forse maar eenvoudige goten eindigen. Aan de beide zijkanten bevindt zich een aangebouwde, lage rechthoekige ruimte waarin een noodstroom aggregaat respectievelijk stroom-transformatoren zijn opgesteld. De functionele opbouw maakt het complex zeer herkenbaar als gemaal.
Waardestelling
Het gemaal Rozema is voor de bemalingsgeschiedenis van Nederland van belang als voorbeeld van een modern boezemgemaal met schroefcentrifugaalpompen met betonnen slakkenhuizen, in combinatie met de zeldzame aandrijving met aardgasmotoren. De waarde wordt verhoogd door de inpassing in een historische omgeving met een grote ensemblewaarde.
Uitgebreid zoeken in de database