Het waterbeheer van de polders in het Land van Maas en Waal was al vele jaren uiterst problematisch, toen op initiatief van het bestuur van de polder Dreumel samen met enige aangrenzende polders een plan werd opgesteld voor het oprichten van een stoomgemaal. Men gaf opdracht aan de waterstaatsingenieur H.F. Fynje van Salverda om een ontwerp voor dit gemaal op te stellen. Fynje van Salverda ontwierp een dubbelwerkende balansstoommachine met een door hemzelf bedachte dubbelwerkende zuigperspomp. Om zijn opdrachtgever over de streep te trekken, kocht de ingenieur zelf een flink stuk land in de polder, zodat hij kon delen in het risico en, bijkomend voordeel, een stem had in het besluit over het plan. Het gemaal werd voorzien van een installatie van machinefabriek Nering Bögel & Co. Het kwam in 1846 gereed en werkte na enkele opstartproblemen zeer naar tevredenheid.
Gevolg hiervan was dat de landbouwopbrengsten spectaculair stegen, wat zich ook vertaalde in een sterke stijging van de grondprijs in het gebied. Fynje van Salverda verdiende hiermee een klein fortuin.
In het gemaal was een plaquette aangebracht. Op de plaquette met ornamentale omranding staat de tekst: ‘H.F. / Fijnje / Wie geestig denkt, en werkt en tracht / Dien helpt natuur met hare kracht / 1845’.
Omstreeks 1919 werd het gemaal geheel vernieuwd. De oude machine en pompinrichting werden verwijderd. Vrijwel zeker kwam er een machine met een vermogen van 180 pk en met een horizontaal vliegwiel met een daar onder geplaatste centrifugaalpomp, bij een opvoerhoogte van 4,5 mtr. Ook werden nieuwe ketels geplaatst (L 7,65m en D 1,90m).
In 1952 werden alle gemalen in de voormalige Molenpolder vervangen door het gemaal Quarles van Uffort. De hierboven genoemde plaquette werd ingemetseld in de muur van het nieuwe gemaal.
Uitgebreid zoeken in de database