Het huidige gemaal werd in 1880 gebouwd op de plaats van een oudere, uit 1864 daterende voorganger die nooit naar behoren gefunctioneerd had. Hierbij werd in een nieuw, groter gebouw een geheel nieuwe installatie naar ontwerp van L. Exalto geplaatst. Deze bestond uit twee horizontale stoommachines met een vermogen van 117 pk, die ieder een centrifugaalpomp van Gwynne & Co aandreven. De installatie werd ondergebracht in een nieuw bouwdeel achter het oude gemaal. Op de plaats van het oude gemaalgebouw verrees het ketelhuis, waarin drie Cornwallketels van 7,9 meter lang en een diameter van 2 meter werden ondergebracht. De watergang tussen het ketelhuis en de uitwateringssluis werd rondom voorzien van gemetselde kademuren, zodat de thans nog bestaande maalkolk voor het gemaal ontstond. Met de ingebruikname van het vergrote gemaal kon ook de molen van de polder Kattendijksblok worden opgeheven.
Het gemaal bleef in ongewijzigde vorm in bedrijf tot 1920, toen de stoomketels en -machines vervangen werden door twee Crossley tweecilinder zuiggasmotoren met een vermogen van 130 pk elk. De pompen werden hierbij vervangen door nieuwe centrifugaalpompen van de machinefabriek Gebr. Stork & Co, met een capaciteit van elk 157 m³ water per minuut bij een opvoerhoogte van 2,8 meter. Voor de plaatsing van de forse zuiggasmotoren was de machinekamer te klein, zodat deze aan de noordzijde werd uitgebouwd. Tegelijkertijd of kort hierna zal de schoorsteen zijn gesloopt. De zuiggasmotoren werden in 1948 en 1952 vervangen door AEG en Siemens elektromotoren van respectievelijk 125 en 130 kW.
In 2012-2014 is een grootscheepse renovatie van het gemaal uitgevoerd. Het gebouw is opnieuw gefundeerd, de elektrische aandrijving is vernieuwd en de capaciteit van het gemaal is uitgebreid naar 450 m3 per minuut met behulp van twee nieuwe, visvriendelijke pompen.
Uitgebreid zoeken in de database